Een kind of jongere die bewegingen en/of geluiden maakt zonder daar controle over te hebben, heeft misschien een tic.
Wat betekent dat?
Als een kind of jongere vaak een onwillekeurige snelle beweging maakt, noemen we dit een tic. Bijvoorbeeld even schudden met het hoofd, met de ogen knipperen of trekken met een schouder. Soms zijn tics ook geluiden: kuchjes, snuiven of andere onwillekeurige geluiden. De bewegingen of geluiden worden niet expres gemaakt, sommige kinderen hebben zelfs niet door dat ze het doen.
Als een kind zowel een bewegingstic als een geluidstic heeft en er veel last van heeft, kan het zijn dat er sprake is van het syndroom van Gilles de la Tourette.
Veel kinderen hebben een korte tijd last van tics. Vaak gaat dat vanzelf weer over. Als de tics niet overgaan en als het kind er veel last van heeft (als hij/ zij er bijvoorbeeld mee gepest wordt), is het goed om hulp te zoeken.
5 tot 9% van de schoolgaande kinderen heeft een tijd last van tics. Bij de meesten gaat het weer over. Bij een veel kleiner aantal blijven de tics bestaan. De cijfers hierover wisselen: van 1 op de 100 kinderen, tot 1 op de 1000.
Een kind of jongere met klachten die kunnen duiden op een tic kunnen bij DeKinderGGZ worden aangemeld als hij/ zijveel last heeft van de tic en de tic niet vanzelf overgaat. Wanneer de problemen ernstig zijn, of als eerdere behandelingen geen of weinig verandering hebben opgeleverd, of als er sprake is van meerdere psychische problemen, is gespecialiseerde hulp nodig.
Hoe behandelt het KinderGGZ team kinderen en jongeren met een tic?
Na uitgebreid diagnostisch onderzoek starten we de behandeling die het beste aansluit bij het kind. Met de behandeling proberen we het kind meer controle te geven over de tics. Op die manier kunnen de tics verminderen, of zelfs verdwijnen. We kunnen gebruik maken van de volgende behandelvormen. De meeste kinderen zijn geholpen met een poliklinische behandeling, indien meer behandeling nodig is kan dagbehandeling worden aangeboden.